Deze pagina gaat over de oude gnostiek zoals die bloeide in de eerste eeuwen van onze jaartelling, en waarvan de katharen in Zuid-Frankrijk de laatste vertegenwoordigers waren.
Kernthema van gnosis en gnostiek
Gnostische Geschriften
Verwantschap gnostiek met katharen en hermetisme
Gnosis
Dwaling
Herstel
Bijeenkomsten
Gnostiek en vrouwen
Breuk met de God der wrake van het Oude Testament
Gnostische scheppingsmythe
Oorspronkelijk gelaat
Gnosis en Christusbewustzijn
Dualisme en non-dualisme in de gnostiek
Nog vragen?
De gnostiek is een vroegchristelijke stroming uit de eerste eeuwen van onze jaartelling. Kernthema van de gnostiek is dat de mens vergeten is wie hij in werkelijkheid is. Jezus is in de gnostische teksten een boodschapper die de mens oproept zichzelf te herinneren: "Sta op en herinner jezelf".
Gnosis is het Griekse woord voor kennis, en betekent hier
kennis van je ware zelf. Omdat je als mens met je ware zelf deel bent van de ware werkelijkheid, is kennis van je ware zelf tegelijkertijd ook kennis is van de
ware werkelijkheid. Gnosis als zelfkennis is kennis van 'het Al'. Wie zichzelf kent, kent het Al.
De gnostiek als christelijke stroming dient te worden onderscheiden van het
traditionele, kerkelijke christendom zoals dat bij het concilie van Nicea in
325 werd geïnstitutionaliseerd. Volgens de verzoeningsleer die bij dat concilie werd uitgeroepen tot de zaligmakende waarheid van
het christendom, zou Jezus de eniggeboren zoon van God zijn, zelf ook God, die
met zijn lijden boet voor de zonden van
de mensheid. Niets daarvan treft men aan in de gnostische teksten.
Vanaf het
concilie van Nicea werd de gnostiek door de kerk van Rome met steun van de Romeinse
keizers fel bestreden.
(top)
Als een opzienbarende ontdekking als resultaat van de teruggevonden Nag Hammadi-geschriften
geldt de verwantschap van de gnostiek met de katharen uit de twaalfde en dertiende eeuw. Ook die werden steeds voorgesteld als een ketterij
binnen het christendom, en als een incidentele, geïsoleerde gebeurtenis in
Zuid-Frankrijk. Nu is duidelijk geworden dat er een onderbroken continuïteit
moet zijn geweest tussen de katharen en de gnostici uit de eerste eeuwen.
De katharen werden door de kerk van Rome in de 13de eeuw bloedig vervolgd. Ook
de strijd van Rome tegen de katharen bleek nu geen uitzondering, maar een voortzetting
van de vervolging van de gnostici uit de begintijd van het christendom.
In 1321 werd
de laatste kathaar verbrand. Daarmee was de gnostiek als spirituele traditie uit
de geschiedenis verwijderd. Maar in onze tijd geniet de gnostiek opnieuw grote belangstelling.
Veel hedendaagse
christenen ervaren de teruggevonden gnostische teksten als een welkome bron van inspiratie,
en als een kans op vernieuwing van het kerkelijk christendom.
Uit de vondst bij Nag Hammadi blijkt ook een grote verwantschap van de christelijke
gnostiek met de zogenaamde hermetische gnosis. Daarin is niet Jezus de hoofdpersoon,
maar Hermes Tresmegistos. Dat maakt duidelijk dat de gnosis als gedachtegoed in
de oudheid niet alleen maar christelijk was, maar ook voorkwam onder de
heidenen.
Als we in deze tijd de gnostiek bestuderen, zoals die ons is overgeleverd in de
teksten die werden gevonden bij Nag Hammadi, kunnen we die proberen te verstaan
binnen het grotere kader van de klassieke oudheid, dus als
verwant met de heidense gnosis. De 'heidense' gnosis is een vorm van filosofische spiritualiteit. waarin geestelijke vrijheid en persoonlijke ontplooiing een grote rol spelen. En niets belet ons die oude spiritualiteit te
vertalen in hedendaagse beelden. Zie het 7stappenplan
voor spirituele groei, een moderne vertaling van de oude gnostiek.
(top)
Wie zo gnosis heeft, weet waar hij vandaan gekomen is en waar hij heen zal gaan. Hij weet, zoals iemand die dronken was, en weer nuchter is geworden en, tot zichzelf gekomen, zijn zaken weer op orde heeft gesteld.
Om te beginnen staat het niet vast wie er toehoorder is en wie een gelovige: iedereen heeft toegang op voet van gelijkheid. Ze ontmoeten elkaar in hun eigen huizen, ze luisteren naar elkaar als gelijken en bidden samen als gelijken. Zelfs als heidenen daaraan deelnemen voeren ze wat heilig is aan deze honden, en hun parels, hoewel vals, schenken ze aan deze zwijnen. Ze willen geen discipline, en het belang dat wij daaraan hechten noemen ze onderdrukking van de zwakken. Met iedereen die langs komt delen ze de vredeskus, want zij geven er niet om dat zij over bepaalde onderwerpen verschillend denken. Maar is er is wel degelijk verdeeldheid onder hen, want zij houden er allerlei verschillende opvattingen op na, behalve de waarheid waar ze oorlog tegen voeren. Ze noemen iemand al volmaakt zonder dat die enige vorming heeft ontvangen. De ketterse vrouwen zijn zelfs brutaal genoeg met onbedekt hoofd! - om anderen te onderwijzen, om deel te nemen aan discussies, misschien wel om te dopen.
Nergens is het zo gemakkelijk aanzien te verwerven als bij een bijeenkomst van deze ketters, want alleen al het feit dat je aanwezig bent wordt als een grote verdienste beschouwd. Vandaag is daar de één een bisschop en morgen weer een ander.De diaken van vandaag is morgen weer leek. Ja, zelfs leken laten zij het priesterambt uitoefenen! Hoe lichtzinnig, hoe werelds, hoe louter menselijk is het, zonder ernst, zonder gezag, zonder discipline, net als hun geloof.
(Tertullianus, Recepten tegen ketterij, 41)
De Catholic Encyclopedia op het internet roemt Tertullianus als volgt:
De grootste opponent van de gnostiek uit de vroege christelijke kerk, is Tertullianus, die praktisch zijn hele leven wijdde aan de bestrijding van deze afschuwelijkste aller ketterijen.
De gnostiek kent geen principieel onderscheid tussen mannen en vrouwen. Bij de gnostieke vieringen konden ook vrouwen sacramentele functies verrichten. Dat treffen we ook aan bij de latere, gnostische katharen. Dat was in de kerk van Rome wel anders. De kerkvader Tertullianus, fel bestrijder van de gnostici, schreef over vrouwen:
Jullie zijn de poorten van de duivel. De toorn van God rust op jullie geslacht tot in deze tijd, zoals ook jullie schuld noodzakelijkerwijs voortleeft.Waar slaat dat op? In het eerste boek van het Oude Testament wordt verteld hoe Eva door de slang werd verleid om te eten van de boom van kennis van goed en kwaad, hoewel God dat streng verboden had. Eva verleidde daarna haar man Adam om ook van de boom van kennis van goed en kwaad te eten. Sedertdien verkeren alle mensen in een staat van erfzonde, leerde de kerk en dat is de schuld van Eva. Alle vrouwen na Eva delen in haar schuld.
Een vrouw dient zich gehoorzaam en bescheiden te laten onderwijzen; ik sta haar dus niet toe dat ze zelf onderwijst of gezag over mannen heeft; ze moet bescheiden zijn. Want Adam werd als eerste geschapen, pas daarna Eva. En niet Adam werd misleid, maar de vrouw; zij overtrad Gods gebod.
In de gnostiek wordt de zondeval echter niet als leerstelling erkend en wordt
het eten van de verboden vrucht in het paradijs veelal gezien als een symbolische
vertelling over het verwerven van gnosis: de mens neemt kennis van goed en kwaad,
daartoe uitgenodigd door Eva, een vrouw. Dat gaat samen met een geheel andere
perceptie van de rol van de vrouw in de gnostiek, namelijk als de gelijke van
mannen, zelfs als verlosser van het mannelijke.
Als in het conflict tussen de kerk en de katharen in de twaalfde eeuw een delegatie
van de paus een gesprek aangaat met een delegatie van de katharen blijkt er
bij de katharen een vrouw deel van het gezelschap te zijn. De vertegenwoordiger
van de paus roept ontsteld en verontwaardigd uit: Vrouw, keer terug naar
uw spinnewiel! Hij weigerde te onderhandelen met een vrouw. Het zou Esclarmonde
de Foix betreffen, een kathaarse parfaite, en zus van de graaf van Foix.
Zie ook de tekst hierboven over Bijeenkomsten.
Zie ook De rol van Eva in de gnostiek
(top)
De christelijke gnostiek, met Jezus in de hoofdrol, is van oorsprong een Joodse beweging. Het is een protest binnen het Jodendom tegen Jahweh als de jaloerse god der wrake.
Het kerkelijk christendom ziet Jezus als de vervulling van het Oude Testament. In de gnostische teksten wordt Jezus voorgesteld als iemand die radicaal met de god der wrake van het Oude Testament breekt. Jezus wordt gezien als de inspirator van een andere godsbeeld, een god van liefde.
Dat contrast wordt in de gnostische teksten gewoonlijk beschreven alsof er twee goden zouden zijn, namelijk de god van liefde die Jezus ‘mijn Vader’ noemt, en Jahweh. Jahweh heet dan de Demiurg, de Heer van het Kwaad.
Dat leidt in de gnostische teksten voordurend tot een omkering van de betekenis van de oudtestamentische verhalen.
Zo is er een geheel andere interpretatie van het paradijsverhaal. Ook in dat verhaal herkennen de gnostici Jahweh als de Heer van het Kwaad.
Het verhaal gaat als volgt.
Jahweh schiep de kosmos en alles wat leeft. De aarde bevond zich aanvankelijk in een paradijselijke staat. In dat paradijs woonden Adam en Eva, de eerste mensen.
Jahweh verbood hen te eten van de boom van kennis van goed en kwaad.
Jahweh:
Ten dage dat gij daarvan eet (van de boom van kennis van goed en kwaad) zult gij zeker sterven.Maar dan komt de slang. De slang is volgens de gnostici een voorloper van Jezus. Ook de slang is een brenger van gnosis. De slang zegt tegen Eva:
Gij zult geenszins sterven, maar Jahweh weet dat tendage dat gij daarvan eet uw ogen geopend zullen worden, en gij God zult zijn, kennende goed en kwaad.
Eva eet van de boom van kennis van goed en kwaad en deelt daarvan ook met Adam.
Jahweh ontdekt dat en zegt:
Zie de mens is geworden als een onzer.
Voor gnostici is dat alles duidelijke taal. Jahweh wilde de mens bewust onwetend houden van zijn ware aard, die goddelijk is. Maar zijn plan lijkt mislukt. Daarom verdrijft hij hen uit het paradijs en onderwerpt hij hen aan zijn goddelijke toorn. Daardoor wordt de schepping een wereld van angst. Jezus wil de mens van die angst bevrijden en en hen oproepen het koninkrijk op aarde te vestigen, dat wil zeggen de schepping te herstellen in zijn oorspronkelijke glorie, het koninkrijk als een wereld van liefde.
In die andere interpretatie past ook een heel andere waardering voor Eva. Zij is niet de oorzaak van de erfzonde, zoals in het kerkelijke christendom, maar de eerste verloste mens.
Zie De rol van Eva in de gnostiek.
(top)
Bron van zijn, die ik ontmoet in mijn ontroering om al wat is,
Ik geef u een naam opdat ik u een plaats kan geven in mijn leven.
Het is lang gebruikelijk geweest om de gnostiek als dualistisch te bestempelen, alsof dat het hoofdkenmerk van de gnostiek zou zijn. Met dualistisch wordt dan bedoeld dat de geestelijke ziel van de mens gevangen zou zijn in een verachtelijk stoffelijk lichaam, en dat de hele stoffelijke werkelijkheid een duivelse schepping zou zijn. Maar die tegenstelling tussen een verheven geestelijke werkelijkheid en een verachtelijke stoffelijke wereld is niet kenmerkend voor de gnostiek. Het lichaam als kerker van de ziel bijvoorbeeld stamt als idee van de Griekse filosoof Plato. Zie Dualisme van Plato. En er zijn vele andere dualistische stromingen in de bloeitijd van de gnostiek, waaronder ook het traditionele christendom. Het celibaat van de Rooms-katholieke priester is erop gebaseerd.
Bovendien bleek dat na de vondst van de Nag Hammadi-geschriften niet alle stromingen binnen de gnostiek dualistisch zijn. Daarom zochten wetenschappers naar een nieuwe definitie die de verschillende stromingen van de gnostiek kon samenvatten. Men ziet nu als bindend en definiërend element van de gnostiek de ‘co-substantialiteit’ van de ziel van de mens met God. Daarmee bedoelt men dat de ziel van de mens van dezelfde substantie is als Gods wezen. Die visie is het helderst uitgedrukt in logion 108 van het Thomas-evangelie. Die luidt:
Jezus zei:
Wie uit mijn mond drinkt
zal zijn zoals ik en ik zoals hij;
en wat verborgen was zal hem geopenbaard worden.
Het gaat hier dus om de gelijkheid van het wezen van de mens met het wezen van God. Dat is het overkoepelende aspect van de verschillende gnostische stromingen. Daarom, en dat is een tweede kenmerk van de gnostiek, is kennis van het ware zelf ook godskennis. Dat zelfkennis ook godskennis is, geldt in de gnostiek als een ervaarbaar inzicht. De gnostiek als spirituele traditie in zijn verschillende vormen streeft naar die ervaarde godskennis.
Ook de mystiek streeft overigens naar ervaarde godskennis. Het verschil met de gnostiek is dat in de mystiek een ik-Gij relatie gehandhaafd wordt. God blijft daarin de Ander. De mystiek beschrijft de ervaarde ontmoeting met het goddelijke als een liefdesrelatie van twee niet-identieke partners, zie bijvoorbeeld het Geestelijk Hooglied van de mysticus Juan de la Cruz. In de gnostiek is God echter niet de gans Andere, maar identiek aan het zelf en daarmee geheel samenvallend, co-substantieel dus. In de geloofsbelijdenis van Nicea zoals die in 325 werd vastgelegd wordt gezegd dan Jezus één in wezen is met de Vader. Voor gnostici geldt dat voor elk mens. En dat is het fundamentele verschil tussen de traditioneel christelijke opvatting en de gnostiek: niet alleen Jezus is wezensgelijk aan de Vader, maar elk mens.
Het wezen van God in de mens doet zich kennen in de vorm van liefde. De liefde is de inwoning Gods in de mens.
In hoeverre is de gnostiek nu toch dualistisch? Men onderscheidt binnen de gnostiek drie hoofdstromingen: de Thomas-gnostiek, de sethiaanse gnostiek, en de valentiniaanse gnostiek. Alle drie stromingen zijn dualistisch in die zin dat ze een transcendente geestelijke werkelijkheid veronderstellen naast de daarvan onderscheiden alledaagse werkelijkheid van het menselijk bestaan. Maar hun houding daartegenover is geheel verschillend.
Het evangelie van Thomas is overwegend non-dualistisch, dat wil zeggen dat het streeft naar de opheffing van de afgescheidenheid tussen die twee aspecten van het menselijk bestaan, het aardse en het transcendente, en die met elkaar te verbinden. Zo zegt logion 106 dat we pas waarachtig mens zijn als we die twee aspecten in onszelf met elkaar verbinden:
Als jullie de twee één maakt,
zul je een zoon van de mens worden
De Sethiaanse gnostiek is de meest platoonse in de radicale afwijzing van het lichaam en de stoffelijke werkelijkheid, en is dus streng dualistisch. We vinden die vooral verbeeld in het Geheime boek van Johannes uit de Nag Hammadi-geschriften. Daar vinden we ook de meest nadrukkelijke afwijzing van de materiële schepping. De schepper uit Genesis in het Oude Testament wordt daar zelfs voorgesteld als de boosaardige Demiurg.
De Valentiniaanse gnostiek ziet het dualistische onderscheid van materie en geest als niet-reëel. Wat we gewoonlijk voor de werkelijkheid houden is slechts een illusie waar men zich van kan bevrijden. De Valentiniaanse gnostiek lijkt daarmee veel op het boeddhisme. Zie het citaat uit het Evangelie van de Waarheid.
(top)
Je kunt deze tekst downloaden als pdf-document.
Het staat u geheel vrij om deze tekst in cursussen te gebruiken,
door te sturen aan wie u maar wilt, op uw website te plaatsen (link naar http://www.gnostiek.nl/gnostiekP.html),
of op andere wijze aan uw medemensen kenbaar te maken. Wel graag met bronvermelding: Tekst Bram Moerland
Zie ook het boek van Bram Moerland:
Gnosis en gnostiek,
De bevrijding van de liefde
Uitgever: 2014 AnkhHermes
ISBN 9789020210798
Verkrijgbaar bij elke boekhandel